Lees a.u.b. eerst deze helptekst op het beeldscherm of druk hem indien gewenst af. Wees niet bang iets uit te proberen: bij BAHN kun je eigenlijk niets kapot maken. Het is slechts een simulatie...
Duits/Engels Nederlands
Vensters
Snelheid
Elementen (Symbolen)
Cursor
Bouwen
Treinen
Routes (Lijnen)
Depots
Trein inzetten
Wissels
Haltes
Tijdpunten
Als je BAHN hebt gedownload en geïnstalleerd op je computer, dan is dat de Duitse of Engelse versie. Het is ook mogelijk om het programma Nederlandstalig te maken. Daarvoor heb je twee tekstbestanden nodig, die je net als het programma BAHN kunt downloaden op http://www.jbss.de. Het bestand heet bijvoorbeeld "b386r1nl.zip", afhankelijk van de actuele BAHN-versie. Nadat je het zip-bestand hebt gedownload pak je het uit en zet de twee bestanden (een ".lng" en een ".lnv"-bestand) in de zelfde map al waarin BAHN staat. Vervolgens stel je het programma in op Nederlands op de volgende manier: Engels (Duits): kies in het menu "Options" ("Optionen") de functie "Language" ("Sprachen") en vervolgens "Program texts" ("Programmtexte"'). Nu wordt de map getoond waarin je het ....nl.lng-bestand hebt geplaatst. Klik op dit bestand, en vervolgens op "Openen" en je ziet dat BAHN nu Nederlandstalig is. Op de zelfde manier kun je ook de voertuiggegevens (informatie over treinen en trams) in het Nederlands tonen, Hiertoe dient het ...nl."lnv"-bestand. Het helpbestand (".chm") is helaas nog niet in het Nederlands beschikbaar.
Bij BAHN horen normaalgesproken 2 vensters. Boven een kleine, dat wij statusvenster noemen, en onder een grote, dat noemen we het bewerkvenster.
Ziet je er maar één? Dan is waarschijnlijk het bewerkvenster gemaximaliseerd. Dat is bij BAHN niet aan te bevelen omdat dan het statusvenster bedekt is. Zet hem eerst op de normale grootte terug. Dat gaat op de zelfde manier als ieder ander venster in MS-Windows.
Liggen de vensters niet netjes op het beeldscherm? Open het menu "Venster" en kies "Vensters schikken". Dat hoeft u later niet meer te doen, BAHN onthoudt de plaats en grootte van de vensters.
Het statusvenster is smaller dan het beeldscherm, en dat bevalt u niet? Kies "Breed statusvenster" in het menu "Venster".
Heb je liever de pijl als muiscursor in plaats van een witte muis? Kies in het menu "Opties" de functie "Muisopties", kies vervolgens de pijl en bevestig met "OK".
We beschouwen het bewerkvenster nader: als het niet actief is, klik het dan met de linker muistoets aan. Een klein baantje is al gebouwd, waarop een tram zijn rondjes rijdt. Verder staan er nog een paar bomen en huizen.
Is alles zo klein dat je niets kunt onderscheiden? Kies "Inzoomen" in het menu "Beeld". Hoe groot alles in beeld komt hangt van de resolutie van het beeldscherm van je computer af.
Rijdt de trein te snel of te langzaam? Gebruik de toetsen "+" en "-" om de simulatiesnelheid te regelen. Deze ligt in het bereik 1..20 en wordt links op het statusvenster aangegeven. Met behulp van de de functie "STOP" in het menu "opties" kan de simulatie direkt stilgezet worden. Als er weinig verschil te zien is tussen de snelheidsstappen, dan moet de de remfactor gewijzigd worden in de functie "Snelheid" van het menu "Opties". Dit is afhankelijk van de hardware, en zul je proefondervindelijk in moeten stellen.
De gehele layout is opgebouwd uit losse elementen, als een groot schaakbord. Op ieder element bevindt zich een grafisch symbool. Er zijn scenery-symbolen (bijvoorbeeld bomen, dieren, huizen, industrie-objecten) en rijwegsymbolen (sporen, wegen, waterwegen). Het meest voorkomende symbool is een leeg element, het is eenvoudigweg een groen vlak.
Dan is er nog een witte rechthoek te zien. Dit noemen we de "cursor". Hij staat altijd precies op een element en toont de inhoud hiervan. Op de cursorpositie kun je iets wijzigen in de layout of informatie over het element opvragen. Daarvoor druk je op de "Enter"-toets, of klik er met de rechter muistoets op en kies "Klik element aan". BAHN opent een dialoogvenster, waarin de eigenschappen van het element weergegeven worden. Bij veel elementen kun je ook wijzigingen invoeren, maar daarover later. Sluit het venster met de "Esc"-toets of door "Annuleren" aan te klikken, dan wordt er niets gewijzigd.
Je kunt de cursor met de pijltoetsen bewegen, of door klikken met de muis ergens ander neerzetten. De huidige positie wordt als coördinaten in het statusvenster links getoond.
Als je de cursor naar de rand van het venster beweegt, dan schuift de beeldinhoud op. BAHN kiest het getoonde beeld altijd zodanig, dat de cursor altijd zichtbaar blijft.
Op de cursorpositie kun je wat nieuws in de layout bouwen. Beweeg de cursor daartoe naar een leeg element. Werp nu een blik op het bovenste venster (statusvenster). Daar vind je in het midden de cijfers 0 t/m 9 en daarbij een grafisch symbool. Als je op een cijfertoets drukt, wordt het bijbehorende symbool op de cursorpositie gebouwd. Daarna beweegt de cursor meestal een positie verder. Met de muis kun je een van de symbolen in het statusvenster aanklikken. Deze wordt dan wit gemarkeerd, en tegelijkertijd verandert de muiscursor in een bouwmachine. Klik met deze machine op een positie in de layout. BAHN verplaatst de cursor hierheen en plaatst het gekozen symbool op deze plek. Dit kun je naar behoefte herhalen (geen drag-and-drop).
Wil je een huis bouwen, maar in het statusvenster zijn heel andere grafische symbolen te zien? Met de toetsen F7 en F8 kan je andere symbolen kiezen, of door aanklikken de rolbalk (pijlen) naast "F7" en "F8". Om een overzicht van alle symbolen te krijgen en direkt te kiezen, kun je beter het menu "Bewerken" en dan gelijk de eerste functie "Grafische elementen kiezen".
Probeer nu eens een korte (spoor)lijn te bouwen. Kies daarvoor het gewenste rijwegsymbool uit. Bij "Grafische elementen kiezen" staan deze meteen in de bovenste regel. Normaalgesproken zijn dat sporen op een grijze weg. Indien dit niet het geval is, klik in het dialoogvenster eerst op de bovenste knop "Sporen op weg" en daarna op "OK". "Sporen op weg" zijn er in vier varianten, maar het verschil zit alleen in het uiterlijk. Alle 4 varianten functioneren het zelfde. In het statusvenster worden nu de sporen getoond, en daronder ofwel schematisch de geometrie of een algemene aanduiding als tekst. Druk een paar maal op de F10-toets om het verschil te zien.
Beweeg de cursor nu naar de positie (16380,16392). Druk op de "4" voor een verticaal spoor, en deze verschijnt op de cursorpositie. De cusor verplaatst zich naar het zuiden, en je kunt de bocht "1" nu plaatsen. Druk nu op de "2" voor het horizontale spoor, en dit wordt gebouwd. De cursor verplaatst zich naar het oosten, en zo kun je dit nog een paar keer herhalen, tot de cursor op (16389,16393) staat. Op de zelfde manier bouw je de bocht "3" en een verticaal stuk "4". De cursor probeert zich altijd in een zinvolle richting te verplaatsen. Dat is praktisch, maar het functioneert niet altijd. Dan moet je hem weer op de juiste plek zetten met de pijltoetsen of de muis.
Probeer nu het nieuwe spoor in bedrijf te nemen. Daartoe zet je de cursor op (16380,16391) en wacht tot de trein zo ver mogelijk hier vandaan is. Om storingen te vermijden, kun je het beste de simulatie even stilzetten. Handige tip: de toetsencombinatie Alt+S doet dit ook. Er zijn veel praktische toetsencombinaties, die in BAHN hot-keys genoemd worden.
Bouw nu een verticaal spoor "4" en start de simulatie weer. Wat gebeurt er? De trein rijdt over het nieuwe spoor en stopt op het eind, omdat het spoor nog niet verdergaat. Maak de lijn af, en de trein gaat vanzelf verder.
Beschouwen we bij deze gelegenheid de trein: ook deze kun je bereiken, als je hem met de muis of cursor en toetsenbord aanklikt. De jacht wordt eenvoudiger, als je de simulatie stopt. Alle treinen kunnen ook worden getoond met de functie "Tabel" van het menu "Treinen". Daar kun je er een kiezen en door middel van "Bewerk trein" de eigenschappen wijzigen.
BAHN organiseert de treinen in routes (lijnen). Een route moet eerst aangemeld worden, daarna kunnen er treinen aan worden toegekend. In ons voorbeeld heeft BAHN al route "1" aangemeld. Als meerdere treinen de zelfde weg moeten afleggen, dan geef je die de zelfde route. Per route krijgt iedere trein een eigen nummer. Onze trein heeft route "1" en ook nummer "1".
Met de knop "Beëindig dienst" stuur je de trein naar het depot. Daar verdwijnt de trein en wordt gestald. Hij is dan niet meer op de layout te zien. Om de trein weer op het spoor te brengen, kies je de functie "Verlaat depot" in het menu "Treinen". Ben je route en treinnummer vergeten? Kies dan "Tabel" in het zelfde menu. Daar vind je de trein weer terug en kun je hem met "Bewerk trein" en "Begin dienst" weer inzetten. Moet hij dat elke dag vanzelf doen? Bewerk hem (weer vanuit de tabel). Voer onder "Dienst beginnen (vanuit depot)" bij "tijd" (linker kolom) "6:00" in en twee kolommen naar rechts weer bij "tijd" "20:00". Nu zal de trein elke dag om 6:00 uur het depot (remise) verlaten en om 20:00 uur weer daar naartoe rijden.
Als je de trein weer aanklikt, heeft BAHN naast de tijden nog "DP1:1" toegevoegd. Wat betekent dat? Ieder depot moet worden aangemeld. Daartoe bouw je een depotsymbool. Klik het aan en voer een naam en spoornummer in. In ons voobeeld heeft BAHN dat al gedaan en als naam "DP1" gekozen. Het depot bestaat uit slechts een spoor met het nummer 1. Dit depot is nu het thuisdepot van onze trein. Het depot heeft twee namen: eigenlijk heet het "Depot1", maar als afkorting is ook "DP1" aangemeld. Bij de tijden voor dienst beginnen en dienst beëindigen kun je ook een ander depot invoeren. Als je dat weglaat, stelt BAHN het thuisdepot in.
Nu willen we wat meer actie zien, en gaan we een tweede trein inzetten. Kies "Maak trein" in het menu "Treinen". De meest parameters heeft BAHN al ingevuld, en met "OK, verlaat depot nu" verschijnt de nieuwe trein op het spoor. Deze behoort ook bij route 1 en heeft treinnummer 2 gekregen. Hij ziet er precies zo uit als de andere trein. Maak nu nog een derde trein aan, maar nu met andere voertuigen: kiest weer "Maak trein" (dat kan overigens ook via de tabel) en vervolgens "Stel trein samen". Er verschijnt een nieuw dialoogvenster waarin links enkele te kiezen voertuigen te zien zijn. Door op "Gebruik/aankoppelen" te klikken wordt het gekozen voertuig opgenomen in de nieuwe trein. Dit laatste kan ook door dubbelklikken of met de Insert-toets worden uitgvoerd. Met "OK" wordt het samenstellen van een trein beëindigd en kun je de nieuwe trein het spoor op sturen. Maak de nieuwe trein niet te lang; als hij niet op het spoor past blijft hij ergens stilstaan en wacht tot je het spoor verlengd hebt.
Wil je de samenstelling van een van je treinen veranderen? Dat gaat alleen als de trein in een depot staat. Kies "Bewerk trein" in het menu "Treinen" en ga verder zoals in de vorige alinea beschreven.
Bevalt de keus aan voertuigen niet? Kies dan "Installeer materieel" in het menu "Treinen" en kies kies iets uit. Als je in het dialoogvenster "Combineer/bewerk materieelset" staat, ga dan daarheen met de knop "Installeer nieuw materieel".
Er rijden nu 3 treinen rondjes, en dat wordt na een tijdje wat saai. Hoe je het rondje kunt vergroten weet je al. Je hebt ook al gezien dat het depot door middel van wissels met het rondje verbonden is. Deze wissels kies je weer door "Bewerken" en "Selecteer grafische elementen", het is de regel waar de "W" voor staat. Als je zo'n wissel in de layout bouwt, dan vraagt BAHN naar het type wissel. Het eenvoudigste type is een "Stompwissel". Een voorbeeld hiervoor is het wissel in de uitrit van ons depot. Hier komen de treinen alleen uit die richtingen aan waar het duidelijk is waar ze naartoe moeten. Je kunt zo'n wissel plaatsen op (16389,16391), de bijpassende constructie is de "8". Het tegenstuk is de "9" op (16380,16391). Hier moeten de treinen wel beslissen welke kant ze op rijden. Kies eerst voor "Veerwissel, richting 1". Wat gebeurt er? Alle treinen rijden rechtdoor naar het zuidelijke spoor. Klik weer op het wissel en verander de instelling op "Veerwissel, richting 2". Zoals te verwachten, gaan alle treinen nu door de kromme tak. Beide varianten hebben hier weinig nut. Probeer nu het "Om-en-om wissel" en laat alle parameters staan zoals ze nu zijn. Dat is al interessanter. Nu rijden de treinen afwisselend een keer noordelijk en een keer zuidelijk. Ongeveer gelijk werkt het "Kanswissel". Zoals de naam al zegt, wordt de richting waarin de trein nu rijdt door het toeval bepaald.
Hiermee kun je al een redelijk complex spoornet met veel treinen en spoorlijnen en bijpassende scenery (stations, bomen, huizen enz.) bouwen. Om dit werk niet kwijt te raken, moet je de layout regelmatig opslaan. Daarvoor dienen de functies "Opslaan" en "Opslaan als" in het menu "Bestand". Met "Openen/laden" kun je een layout opnieuw laden. De als laatste geopende layouts vind je onderaan in het menu "Bestand" weer terug.
Het huidige spoornet wordt nu hoofdzakelijk door het toeval geregeerd. Om een spoorsysteem volgens dienstregeling op te bouwen, heb je eerst meer lijnen nodig. Daarvoor open je het menu "Bewerken" en daar de functie "Routes". In de tabel staat tot nu alleen de route "1". Met "Nieuwe route" kun je een andere route (lijn) invoeren. Voer als routenaam "A" in. Deze route verschijnt nu ook in de tabel, die je weer kunt sluiten. Nu maak je een nieuwe trein, geef hem echter de route "A" en treinnummer 1. Zoek nu een wissel, waar de treinen twee kanten op kunnen, bijv. die op (16380,16391). Klik op het wissel en verander het type in "Routewissel". Daar is bovenaan een richting als hoofdrichting in te stellen. Verder naar beneden kun je de routes invoeren, die in een bepaalde richting rijden moeten. Vul in de bovenste regel "1" en daaronder de route "A" in. Wat gebeurt er? De treinen van de beide routes rijden ieder een andere kant op. Als er routes zijn, die niet in het wissel ingevoerd zijn, dan rijden de treinen in de hoofdrichting van het wissel. Zo kun je precies vastleggen, welke treinen op bepaalde trajecten moeten rijden.
In ons eerste kleine rondje zijn al 4 haltes. Ze zien er verschillend uit, maar functioneren echter het zelfde. Een trein komt aan, blijft even staan en rijdt verder. Hoe lang hij blijft staan, is een toevallige tijd. Dit wordt bepaald door de beide getallen "wachttijd halte min". en "max." die je bij iedere trein kunt invoeren. Als niet alle treinen overal moeten stoppen, dan kun je voor bepaalde treintypes kiezen bij de haltes en treinen. Bij de trein is altijd de huidige treincategorie en -treinsoort bepalend (dus wat aan de rechterkant is ingevoerd). Ook bepaalde routes kunnen bij een halte als bepaling ingevoerd worden.
Om een echte dienstregeling in te voeren, heb je tijdpunten nodig. Deze zien er uit als haltes met een toegevoegde letter "T". Het is voldoende om alleen een tijdpunt aan het begin van een route te plaatsen. Hier kun je voor elk uur de vertrektijden ingeven. Als een trein aankomt, wacht hij tot de eerstvolgende vertrektijd.
Tot zover de "eerste stappen". Ik wens je veel plezier en succes hiermee. In elk dialoogvenster en elke foutmelding van BAHN vind je een knop "Help", die je verder zal helpen (alleen in het Engels of Duits). Je kunt ook veel leren van door anderen gemaakte layouts. Verder is er nog een korte documentatie met bestandsnaam "bahn.html". Verdere informatie kun je vinden op de website van de auteur van het programma (internet forum, antwoorden op veelgestelde vragen "FAQ" en gedrukte handboeken).